Willemstad (december 2021) – ‘Teleurstellend’, zegt Amnesty-directeur Dagmar Oudshoorn als ze met haar collega Yara Boff Tonella een dichte deur aantreft bij Fort Amsterdam, het regeringscentrum van Curaçao. De imposante entree van het koloniale gebouw tegenover het Paleis van de Gouverneur in hartje Willemstad blijft weliswaar niet letterlijk dicht, maar een afspraak om een nieuw onderzoeksrapport van Amnesty International officieel aan te bieden, krijgt Oudshoorn niet voor elkaar. Premier Gilmar ‘Pik’ Pisas weigert hen te ontvangen.
Amnesty uit in het onderzoek Nog steeds niet veilig, dat in oktober werd gepubliceerd, stevige kritiek op het asielbeleid van de regering van Curaçao. De organisatie tekende de verhalen op van 22 gevluchte Venezolanen, onder wie ook minderjarigen. Ze constateert dat de vluchtelingen te maken krijgen met allerlei mensenrechtenschendingen, zoals automatische opsluiting in benauwde en lekkende cellen met te weinig bedden en te weinig eten dat bovendien vaak vol met vlooieneitjes zat, mishandeling, het opzettelijk scheiden van ouders en kinderen en het onder druk zetten van de vluchtelingen om te tekenen voor uitzetting.
Kinderen gescheiden
Naast het aanbieden van het rapport, wilde Oudshoorn op het eiland ook de context zien waarin deze mensenrechtenschendingen plaatsvinden. ‘Want dat mensenrechten worden geschonden staat vast. Ik ben er vooral van geschrokken dat kinderen gescheiden worden van hun ouders en worden uitgezet. En van de vernederingen en het geweld van bewakers jegens de vluchtelingen.’
Dat laatste is volgens mensenrechtenadvocaat Seyed Navid Zahedi een belangrijk aspect van de Curaçaose context. ‘Excessief geweld door de politie van Curaçao is overigens niet exclusief voorbehouden aan vreemdelingen, het is een structureel onderdeel van de Curaçaose maatschappij.’ Zahedi werkt voor Human Rights Defense Curaçao. ‘Vluchtelingen worden gezien als criminelen en die mag je mishandelen, dat wordt geaccepteerd. Veel mensen op het eiland begrijpen niet waarom dat niet zou mogen: had je je maar aan de wet moeten houden.’
17 duizend ongedocumenteerden
Dat het mis is met de juridische procedures voor beschermingsaanvragen door vluchtelingen, bewijst de rechter in Willemstad begin 2021. Een gedeserteerde militair uit Venezuela die om bescherming vroeg, zou volgens Justitie in strijd met de wet geprobeerd hebben Curaçao binnen te reizen en was daardoor een gevaar voor de openbare orde. Door te beslissen dat hij moet worden verwijderd van Curaçao, heeft de minister in strijd gehandeld met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, aldus de rechter. Het hof verwijt Curaçao ook dat die oud-militair te lang in bewaring heeft gezeten nadat er geen zicht meer was op verwijdering. Er blijkt geen enkel onderzoek te zijn gedaan naar het vluchtverhaal en dus neemt de minister maar geen besluit over het verzoek. De militair kwijnt weg in de vreemdelingenbarakken, tot hij besluit te ontsnappen. Nu leeft hij ongedocumenteerd, een lot dat 17 duizend van zijn landgenoten met hem delen. Ze mogen niet werken of gebruikmaken van het zorgstelsel, waardoor ze het risico lopen op uitbuiting en misbruik.
In 2018 publiceerde Amnesty haar eerste rapport over Curaçao: Opgesloten en uitgezet. Daarin constateerde de organisatie ook al dat de regering van Curaçao gevluchte Venezolanen het internationale recht op bescherming ontzegt, door ze automatisch op te sluiten en uit te zetten. Onderzoeker Boff Tonella, die vorig jaar door Amnesty een halfjaar op Curaçao werd gestationeerd, constateert dat er sindsdien niets is veranderd.
Geen eigen onderzoek
Ondertussen blijft het ondanks de beschuldigingen aan het adres van de regering stil op Curaçao, ondanks aandacht van Papiamentstalige en Nederlandstalige media. Zowel de regering als het parlement van Curaçao hult zich in stilzwijgen. ‘Al tijdens het onderzoek vorig jaar werd het steeds moeilijker om contact te maken met de autoriteiten’, zegt Boff Tonella. ‘Het was destijds al praktisch onmogelijk om informatie van de overheid te krijgen en dat is nu niet veranderd. In de wandelgangen hoorden we dat de overheid not amused was over de kritiek op de mensenrechten op het eiland.’
‘Excessief geweld door de politie is structureel onderdeel van de Curaçaose maatschappij’
Volgens Amnesty heeft Nederland bijgedragen aan de mensenrechtenschendingen op Curaçao door financiële steun te geven, vooral op het gebied van kustbewaking en detentie. Maar ook door de ogen te sluiten voor misstanden in de procedures die de vreemdelingenpolitie volgt. ‘Het probleem met de Nederlandse overheid is dat ze bij Kamervragen niet zelf onderzoek doet, maar vertrouwt op informatie van de Curaçaose overheid, die dus juist in het beklaagdenbankje zit’, zegt Boff Tonella.
‘Er wordt door Den Haag te makkelijk gezegd dat vreemdelingenopvang een aangelegenheid is van Curaçao zelf. We hebben een gesprek gehad met de Vertegenwoordiger van Nederland op de eilanden en die vraagt ons, wat wij als Amnesty allemaal horen op het eiland. Terwijl Amnesty zegt: vertel het ons maar. Wij zijn benieuwd naar wat de vertegenwoordiging weet over mensenrechtenschendingen en wat zij eraan doen. Als de Nederlandse overheid steun geeft, dan wil ze toch weten wat er met de steun gebeurt?’
Steun ingetrokken
In de nadagen van zijn demissionaire status, begin januari, beseft staatssecretaris Raymond Knops, die Koninkrijksaangelegenheden in zijn portefeuille heeft, dat het misschien toch niet helemaal goed zit op Curaçao. Hij had de Tweede Kamer beloofd om nog voor zijn vertrek te reageren op het rapport van Amnesty. Hij kondigt aan dat Nederland weigert nog langer te investeren in verbetering van de vreemdelingenopvang, nu Curaçao het laat afweten. Nederlandse steun moet volgens Knops altijd gericht zijn op versterking van beleid dat past bij internationale mensenrechtenverplichtingen.
Maar daarin schiet Curaçao voortdurend tekort, aldus Knops. Vooral als het gaat om niet-materiële dingen, zoals de toegang van vreemdelingen tot juridische bijstand en medische zorg, betere opleidingen voor mensen die met vreemdelingen werken, en een zinvolle dagbesteding in detentiecentra. Knops verbindt een consequentie aan deze conclusie: hij trekt de financiële steun voor verbetering van de vreemdelingenbarakken in.
‘Ik ben ervan geschrokken dat kinderen gescheiden worden van hun ouders en worden uitgezet’
Volgens de lokale mensenrechtenorganisatie Human Rights Defense Curaçao was de twee miljoen euro die daarvoor gereserveerd was al bijna geheel overgemaakt, dus veel last gaat Curaçao niet krijgen van deze beleidsmaatregel. ‘Maar het is wel een bemoedigend signaal’, aldus Ieteke Witteveen, de voorzitter van de organisatie.
Niet alleen Nederlandse Amnesty
Oudshoorn en Boff Tonella zien dat de twee rapporten de zaak wel hebben wakker geschud, al blijft opmerkelijk dat de Curaçaose overheid doodstil blijft. ‘Het heeft nog niet geleid tot echte maatregelen, dus bewustmaking lijkt nu het hoogst haalbare’, zegt Oudshoorn. Intussen gaat Amnesty nu meer werk maken van het in gesprek gaan met de overheden op de eilanden. ‘Alleen foei zeggen helpt niet, dat heeft weinig zin.’
Amnesty is zich bewust van de ingewikkelde relaties tussen de landen in het Koninkrijk, die voortkomen uit het koloniale verleden. ‘Vandaar dat dit onderzoek is uitgevoerd namens de internationale organisatie en niet alleen de Nederlandse afdeling van Amnesty’, zegt Boff Tonella. Het is ingebed in het onderzoek van Amnesty International naar de Venezolaanse vluchtelingencrisis.
Aruba
Naast Curaçao bezochten Oudshoorn en Boff Tonella ook Aruba, waar zij wel officieel zijn ontvangen. ‘We wilden hier vooral heen om te verkennen of ook hier problemen zijn en of we het eiland kunnen betrekken bij een eventueel volgend onderzoek’, vertelt Oudshoorn. Boff Tonella vult aan: ‘We hebben op Aruba met de overheid gesproken en de detentiecentra voor vreemdelingen opgezocht. Daar kregen we dus wel toegang tot de barakken, maar we hebben geen tijd gehad om met echt met de Venezolanen te spreken.’
‘Ik ben geschrokken van de situatie’, zegt Oudshoorn. ‘Venezolanen zitten opgesloten in zeecontainers, die omgebouwd zijn tot cellen.’ Ze zagen met gips afgewerkte binnenwanden van de containers, waarin gaten zitten. Een enkele is met pleisterwerk gerepareerd. De verf moet ooit wit zijn geweest, nu is het vaal en vies. Bedden zijn er niet. Slecht opgemaakte en kapotte lakens doen geen moeite om het kapotte en vergeelde schuim te verbergen.
De tropische zon staat fel op de ijzeren containers. Oudshoorn: ‘Je kunt je voorstellen dat het er vreselijk heet is. Binnen zijn geen airco’s en de ventilatoren leken niet te werken. Er zijn inmiddels ook nieuwe barakken gebouwd, daar zitten nu de vrouwen. Die cellen zagen er al beter uit. Daarin stonden wel bedden en was er een afgesloten douche en toilet. Maar als je ze tegen de Nederlandse norm houdt, kun je er nog veel op afdoen.’
Aruba heeft het Vluchtelingenverdrag (ook wel bekend als het Verdrag van Genève) ondertekend, in tegenstelling tot Curaçao. De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, UNHCR, speelt een rol in beschermingsaanvragen door juridische ondersteuning te bieden. ‘Toch wordt maar 2 procent van alle beschermingsaanvragen toegekend’, zegt Boff Tonella. ‘Dat is weinig, net als in Curaçao, waar nog niemand bescherming heeft gekregen.
Lees het Amnesty-rapport Nog steeds niet veilig: Venezolanen krijgen geen bescherming op Curaçao hier.