Cultuuroorlogjes
De Nederlandse cultuuroorlogen – misschien is het correcter te spreken over cultuuroorlogjes – nemen diverse vormen aan, maar er zijn terugkerende thema’s. Vreemdelingen, vrijheid van meningsuiting, gender, en nu en dan wordt de Nederlander opgeschrikt door een discussie over pedofilie.
De vraag waar wat gezegd mag worden hangt uiteraard af van de context. In het ene huishouden zal de zoon zijn vader ‘lul’ mogen noemen, in het andere huishouden is dat een taboe.
Dergelijke individuele, al te subjectieve wetten – wetjes – worden normen genoemd. Wat op nummer vijf niet mag, mag op nummer zeven wel. De wet geldt voor nummer vijf én nummer zeven.
Met welk voornaamwoord iemand wenst te worden aangesproken is een zaak van diegene. Beleefdheid vraagt aanpassing van mij – het wezen van beleefdheid is aanpassing – en die beleefdheid hoeft helemaal niet gemeend te zijn, dus wat ik er nou echt van vind doet er niet toe. Overigens is al te gemeende beleefdheid een contradictie.
Beleefdheid is het besef dat je zelf niet de maat der dingen bent.
Natuurlijk kun je vragen: wie bepaalt wat beleefdheid is? Maar zoals ik al zei, beleefdheid is aanpassing en je past je niet aan jezelf aan. Beleefdheid is het besef dat je zelf niet de maat der dingen bent.
Een deel van de cultuuroorlogen is weinig anders dan de weigering het sociale spel mee te spelen. Ik ben niet dol op nostalgie, we hoeven echt niet terug naar de normen van een eeuw geleden. Maar het zou helpen als mensen beseffen dat heel veel zaken een privéaangelegenheid zijn.
Iedereen mag een mening hebben over hoe de buren hun kinderen opvoeden, maar tenzij daar de wet ernstig overtreden wordt (mishandeling, misbruik) is die mening slechts geroddel. Ook roddelen mag, maar het zou aardig zijn als het verschil tussen geroddel en moraalfilosofie erkend werd.
Een ander woord voor aanpassing is assimilatie en dat begrip heeft een negatieve betekenis gekregen. Minderheden die zich aanpassen aan meerderheden geven slechts toe aan de onderdrukking waaraan ze zijn blootgesteld.
Assimilatie werkt echter, als het goed is, alle kanten uit. Beleefde assimilatie komt voort uit de dringende behoefte niet van de eigen machtspositie gebruik te hoeven maken.
Dat meerderheden macht hebben is evident, veel minderheden hebben eveneens macht, moraal is macht, een andersoortige macht dan die van een tank, maar toch.
Politiek gaat over het uitvechten van conflicten met strikte, veelal democratische spelregels.
Samenleven gaat over het bevriezen van conflicten. Ze worden niet opgelost maar bevroren.
Uit de terechte constatering dat het politieke in principe overal is – de overheid kan zich met alles bemoeien en doet dat vaak ook – is de verkeerde conclusie getrokken. Dat de verhouding tussen burgers onderling ook weinig anders is dan een voortdurend conflict dat moet worden uitgevochten.
Wat polarisatie wordt genoemd is veelal de grenzeloze overschatting van de eigen stem, de eigen mening en de eigen maatstaf.