Youssef Rahman Politiek lobbyist Amnesty International
© Youssef Rahman

Column Youssef Rahman: ‘Niet-Nederlands uiterlijk’

Als mijn neef uit Wenen half september op bezoek is‚ besluiten mijn broer en ik hem rond te leiden door Den Haag. Het Binnenhof mag daarbij niet ontbreken. Als lobbyist van Amnesty kom ik er wekelijks en ik ken het politieke machtscentrum dan ook goed.

We lopen door de poorten van het Binnenhof‚ richting de Ridderzaal. Onderweg wijs ik naar het raam van een ruimte met een weelderig plafond. Ik vertel mijn neef dat dat het voorportaal is van de Trêveszaal‚ waar de ministerraad elke vrijdag vergadert.

Troonrede

Verderop‚ bij de Ridderzaal‚ ligt het materiaal klaar van de stellages die worden opgebouwd voor Prinsjesdag. Een week na ons bezoek leest koning Willem-Alexander er de jaarlijkse Troonrede voor‚ leg ik mijn neef uit‚ die net als ik een Egyptische vader heeft. Zijn moeder is Tsjechische. Zelf is hij geboren en getogen in Oostenrijk.

Een beveiliger vond dat wij ons op een ‘niet-toeristische manier’ gedroegen

Intussen fotografeert hij alles wat ik hem laat zien. Mijn neef is niet de enige. Tientallen toeristen schieten net als hij foto’s van de bezienswaardigheden op het Binnenhof.

Dan komen er twee leden van de marechaussee op ons afgelopen. In het Engels stellen ze een vraag die ik niet direct versta. ‘Wat is uw vriend aan het doen?’‚ herhalen ze. Ik antwoord dat mijn neef foto’s neemt. Er volgt een tweede vraag: ‘Waar komt hij vandaan?’ Waarop ik vraag waarom ze dat willen weten. De marechaussees antwoorden dat een beveiliger heeft gezien dat wij ons op een ‘niet-toeristische manier’ hebben gedragen.

Niets aan de hand

Hoe anders ons gedrag was dan dat van de andere Binnenhof-bezoekers‚ maken ze niet duidelijk. Omdat ik uit Nederland kom‚ is er volgens de marechaussees echter niets aan de hand. We mogen doorlopen. ‘Soms moeten we dit soort vragen stellen’‚ zeggen ze nog. Waarop ik zeg dat ik dan toch ook wel mag vragen waarom ze die vragen stellen. ‘Maar je ziet er toch ook niet Nederlands uit’‚ reageert een van de mannen. Ik ben daar zo door uit het veld geslagen dat ik eerst niets zeg en het later maar beaam. Alsof het feit dat ik geen blond haar en blauwe ogen heb (hoe ziet een Nederlander er eigenlijk precies uit?) een reden zou zijn om me staande te houden.

Niet willekeurig

Ik dien een klacht in bij de marechaussee omdat we kennelijk op basis van ons uiterlijk staande zijn gehouden. Bovendien was dit al de vierde keer dit jaar; twee keer op het vliegveld en een keer op Lowlands. Vaak waren het zogenaamd willekeurige controles‚ maar hoe willekeurig is het als dit me vier keer per jaar overkomt? Vijf weken later word ik gebeld en biedt een pelotonscommandant me excuses aan voor de manier waarop zijn medewerkers ons staande hebben gehouden. Ze zijn erop aangesproken en ze hebben ervan geleerd.

Toch merk ik dat ik sinds het incident alerter ben op mijn gedrag. ‘Loop ik wel normaal?’‚ vraag ik me af als ik op straat politie of marechaussee zie. ‘Kijk ik niet te veel om me heen?’ Je gaat je er haast vanzelf verdacht van gedragen.

Wordt Vervolgd, december 2015