© Allard de Witte/HH

Boris Dittrich: ‘Veel landen ontkennen dat homo-seksualiteit bestaat’

Sinds twee jaar strijdt Boris Dittrich, voormalig fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer, namens Human Rights Watch voor de mensenrechten van seksuele minderheden. Een gevecht tegen religie, traditie en cultuur, met af en toe een overwinning. ‘Als je maar enkele regeringen ervan weet te overtuigen wetten te veranderen, heb je al heel wat gedaan.’

New York – Nog enigszins verdwaasd door drie dienstreizen achter elkaar, zit Boris Dittrich op zijn balkon in New York. Hij is net een paar uur terug en zijn hoofd zit vol met ervaringen. De afgelopen maand stond hij omgeven door politie te paard op een zeepkist in Roemenië, zat hij met de deur op slot in een kelder in Zambia en adviseerde hij de Raad van Ministers in Straatsburg. Als pleitbezorger van mensenrechten voor seksuele minderheden bij Human Rights Watch moet Dittrich voortdurend schakelen tussen ratio en gevoel. ‘Het is een nieuwe ervaring om soms te moeten schuilen voor mensen die je dood willen hebben. Dat is echt anders dan in mijn vorige leven.’

Was je handen

Welke ervaring heeft de meeste indruk gemaakt?
‘Gek genoeg schiet me als eerste een ontmoeting in New York te binnen, vorige zomer. Misschien omdat ik het daar niet verwachtte. Ik had een afspraak met een diplomate uit Tanzania, een voorvechtster van vrouwenrechten. In haar land is homoseksueel gedrag nog steeds strafbaar, maar ik had goede hoop met haar te kunnen samenwerken. Tijdens onze ontmoeting zei ze echter doodleuk dat haar moeder haar ’s ochtends voor mij had gewaarschuwd. “God bless you my child en wees voorzichtig”, had ze gezegd. “Was je handen na een gesprek met een homo.” Dat vond ik heel confronterend. Zelf zei ze dat ze veel ruimdenkender was. Alleen noemde ze het in één adem tegennatuurlijk gedrag en ontkende ze dat het voorkwam in haar land.’

In uw huidige werk moet u die confrontatie voortdurend aangaan. Deed u dat ook op de zeepkist in Roemenië?
‘Ze hadden me gevraagd de gay parade toe te spreken. Er waren driehonderd demonstranten en voor het eerst was er ook een aantal ambassadeurs en Europarlementariërs om hun steun te betuigen. De Roemeense politie was heel bang dat er iets mis zou gaan, dus uit veiligheidsoverwegingen vormde ze een cordon van politieagenten te paard rond de demonstranten. We liepen daardoor in een soort vacuüm over straat. Het was wel heftig om te zien hoe serieus de politie er werk van maakte. Je kon ons amper zien. Gelukkig liepen er ook een heleboel journalisten en cameraploegen mee.’

Dat is belangrijk voor de beeldvorming?
‘Uiteindelijk wil je zoveel mogelijk mensen bereiken. Wat de organisatie vooral wilde laten zien, was hoeveel internationale politieke steun ze kreeg. Maar wat je de volgende dag terugzag in de kranten en op televisie waren vooral beelden van opzichtig geklede travestieten die ook meeliepen. De ambassadeurs werden min of meer opzij geduwd voor die beelden. Dat is blijkbaar toch wat de journalistiek zoekt.’

Er wordt tijdens de gay parade een beeld geschetst van seksuele minderheden als toch een beetje buitenissige mensen

Hij vervolgt: ‘Saaie mannen in pak wijken niet af. Ik heb daar eigenlijk nooit zo bij stilgestaan voordat ik dit werk ging doen, maar dat zie je natuurlijk ook nog veel in Nederland, tijdens bijvoorbeeld de gay parade in Amsterdam. Er wordt een beeld geschetst van seksuele minderheden als toch een beetje buitenissige mensen, terwijl de kern van het verhaal juist is dat we gewoon mensen zijn als iedereen en dat homorechten mensenrechten zijn. Je ziet vooral in Afrika dat activisten zoveel mogelijk in pak lopen en er alles aan doen om zo gewoon mogelijk over te komen.’

Heksenjacht in Uganda

Is er überhaupt aandacht voor homoseksualiteit in de Afrikaanse media?
‘Meestal niet. Veel landen ontkennen dat homoseksualiteit bestaat. Als er al iets over wordt geschreven, is het negatief. In Uganda is er een soort heksenjacht geopend op homo’s en lesbiennes. Daar plaatsen ze onder de kop “homoterreur” foto’s in de krant van mensen van wie ze vermoeden dat ze homo zouden kunnen zijn. Inclusief naam en adres en het nummerbord van de auto. Die negatieve beeldvorming heeft er mede toe geleid dat er vorige maand een wetsvoorstel werd aangekondigd dat zelfs het praten over homoseksualiteit in het openbaar strafbaar maakt.’

Een van de successen waarover u schrijft in uw onlangs verschenen boek Elke liefde telt was dat mede door uw inspanning vorig jaar voor het eerst in de Algemene Vergadering van de VN werd gesproken over de mensenrechten van seksuele minderheden. Er werd een verklaring opgesteld die inmiddels al is ondertekend door 67 landen. Verandert dit ook iets voor de mensen in landen waar u net over sprak?
‘Woorden hebben wel degelijk invloed, al dreig je dat soms wel eens te vergeten. Het was voor mij echt een eye-opener om te zien dat mensen aan de andere kant van de wereld zich aan zo’n tekst vastklampen. Dankzij internet weten ze precies wat hier in New York wordt gezegd. In Zambia, waar ik net was, weten ze dat die verklaring is aangenomen en ook is ondertekend door een aantal Afrikaanse landen, waaronder Gabon. Opeens gloort er dan toch een soort hoop bij mensen die in benarde situaties ondergronds leven. Het geeft ze kracht.’

Je ziet vooral in Afrika dat activisten zoveel mogelijk in pak lopen en er alles aan doen om zo gewoon mogelijk over te komen

Kunnen ze met die verklaring in de hand ook naar hun regering toestappen om hun recht op te eisen?
‘Nee, want Zambia heeft zijn handtekening gezet onder de tegenverklaring van landen die zeggen dat ze homoseksualiteit niet zullen legaliseren. Die verklaring werd naar aanleiding van de VN-vergadering opgesteld door het Vaticaan en ondertekend door 57 landen.”

Pedofilie

Hij vervolgt: ‘Maar daardoor is er wel een discussie op gang gekomen. Op die tegenverklaring kwam namelijk veel kritiek. Daarin staat dat het legaliseren van homoseksualiteit leidt tot onder andere pedofilie, bestialiteit en incest. Heel bizar. De paus voelde zich onder druk van de kritiek gedwongen om te verklaren dat hij wel tegen het criminaliseren van homoseksualiteit is. Dat hielp mij in het katholieke Zambia in een gesprek dat ik had met een politicus die verklaarde dat homoseksualiteit inging tegen de religie. Het is prettig om dan even de paus aan te kunnen halen, zodat de politicus belooft dat hij er nog eens over na zal denken.’

Is religie de grootste vijand voor seksuele minderheden?
‘Ja. Samen met traditie en cultuur. In veel landen waar ik kom, zeggen politici dat hun geloof homoseksualiteit verbiedt. Ik probeer hen duidelijk te maken dat mensenrechten sterker zijn. Dat hun land een handtekening onder de universele mensenrechtenverklaring heeft gezet. Dus een regering kan er officieel niet mee wegkomen als ze zegt dat homoseksualiteit niet past in de cultuur, de traditie of het geloof. Dat is gewoon onzin.’

Desmond Tutu

Is het niet om moedeloos van te worden dat een dergelijk gesprek vaak eindigt in een verwijzing naar een hogere macht?
‘Ik word niet zo gauw moedeloos. Ik heb genoeg politieke ervaring om te weten dat verandering tijd kost. Religie is een feit waar je niet omheen kunt. Dus je moet binnen de religieuze wereld gelijkgestemden zoeken. Die zijn er zelfs in een land als Zambia. De katholieke kerk is er heel sterk, maar er zijn daar ook priesters die een andere interpretatie van de bijbel hanteren. Ze prediken tolerantie in plaats van haat. Met dat soort mensen proberen we samen te werken. Net als met Desmond Tutu in Zuid-Afrika, die een hele open houding heeft naar seksuele minderheden. Hij staat in hoog aanzien in de religieuze wereld en mensen luisteren naar hem.’

En de islamitische landen?
‘Dat is heel moeilijk. De Koran streeft meer gelijkheid na, maar is voor een deel stil blijven staan. We proberen ook in islamitische landen gelijkgestemden te vinden, maar er zijn maar weinig mensen die zich durven uitspreken en een voorhoederol willen vervullen. In Uganda heb ik vriendschap gesloten met een man die les geeft aan elfduizend imams. Hij leert ze dat mensenrechten gelden voor iedereen. Dat soort mensen zijn schaars en voor ons goud waard.’

In westerse landen bestaat vaak het idee dat ze na de invoering van het homohuwelijk kunnen overgaan tot de orde van de dag. Maar de emancipatie is nooit voltooid

In Nederland ontstond onlangs discussie over homoleraren die in sommige gevallen geweigerd mogen worden in het bijzonder onderwijs. Hoe verhoudt die universaliteit van mensenrechten zich volgens u ten opzichte van de vrijheid van godsdienst?
‘Iemand ontslaan op grond van zijn of haar seksuele geaardheid is discriminatie. Het gaat in tegen de internationale afspraken die zijn gemaakt over de bescherming van mensenrechten. In 2006 werd dat nog eens extra benadrukt met het opstellen van de Yogyakarta-beginselen, waarin bindende afspraken over mensenrechten door deskundigen werden uitgewerkt voor seksuele minderheden. Daarin wordt erkend dat mensenrechten gelden voor iedereen, dus ook voor seksuele minderheden. Dat staat boven welke godsdienst dan ook. Een homoseksuele leraar moet dus overal kunnen lesgeven.’

Als zelfs Nederland, dat als eerste het huwelijk openstelde voor paren van hetzelfde geslacht, nog dit soort discussies voert, is het dan niet een illusie om te denken dat mensenrechten het uiteindelijk zullen winnen van religie?
‘In westerse landen bestaat vaak het idee dat ze na de invoering van het homohuwelijk kunnen overgaan tot de orde van de dag. Maar de emancipatie is nooit voltooid. Religies bestaan al millennia, dus we zullen er een zeer zware dobber aan hebben. Maar dat wil niet zeggen dat het een illusie is. Als je maar een paar mensenlevens redt of enkele regeringen ervan weet te overtuigen wetten te veranderen, heb je al heel wat gedaan. Tijdens de presentatie van mijn boek zat er een jongen in de zaal die ik heb helpen ontvluchten uit de Gazastrook omdat zijn ouders hem vanwege zijn homoseksualiteit wilden vermoorden. Hij is door Nederland als vluchteling erkend en bouwt hier nu een nieuw leven op. Hij spreekt geen woord Nederlands, maar iedere keer dat ik de zaal inkeek, stak hij zijn duim op. Dat vond ik zo lief dat ik bijna tranen in mijn ogen kreeg. Dat zijn overwinningen, hoe klein ook.’

Biografie

NAAM Boris Dittrich GEBOREN 21 juli 1955 GETROUWD met kunstenaar Jehoshua Rozenman, maar voor de de Amerikaanse autoriteiten een alleenstaande man WERKT sinds twee jaar als Advocacy Director bij mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in New York WAS DAARVOOR advocaat, rechter en Kamerlid voor D66 PUBLICEERDE recent zijn boek Elke liefde telt waarin hij schrijft over bijzondere ontmoetingen met mensen die hij tegenkomt in zijn wereldwijde strijd voor gelijke rechten voor seksuele minderheden WERKT NU aan een Engelse uitgave van zijn boek

Tekst: Floor Bremer 
Wordt Vervolgd, juli 2009