28 mei 2019
Het is een zomerse dag als op 31 januari in de historische Queen Victoria Gardens van Melbourne de grootste literaire prijs van Australië wordt uitgereikt. De genodigden laten een luid ‘Vrijheid’ horen als blijkt dat Behrouz Boochani met zijn boek No friend but the mountains de winnaar is. Zelf ontbreekt de Koerdisch-Iraanse schrijver in het feestgedruis. Duizenden kilometers verder naar het noorden, op een afgelegen eiland in de Stille Zuidzee, reageert hij met een videoboodschap op de bekroning van zijn werk: ‘Het is een overwinning voor de menselijkheid.’ En: ‘Ik geloof oprecht dat woorden krachtiger zijn dan het hek van deze plek.’
Het land dat hem de hoogste literaire onderscheiding toekende, is hetzelfde land dat hem als ongewenste vreemdeling opsloot. Boochani (1983) zit sinds augustus 2013 vast op het eiland Manus. In deze uithoek van Papoea-Nieuw-Guinea plaatst de Australische regering asielzoekers in detentiecentra om te voorkomen dat ze Australië bereiken. De VN en mensenrechtenorganisaties leveren al jaren kritiek op het beleid en de deplorabele omstandigheden in de kampen.
Kroonluchters
‘Internationaal ben ik aanwezig, maar ondertussen zit ik hier’, zegt Boochani aan de telefoon. ‘Het is volkomen surrealistisch.’ De afspraak voor een telefonisch interview is na een paar vergeefse pogingen tot stand gekomen. Sinds het nieuws over de prijs bekend werd, weet de wereld hem te vinden. Heb nog even geduld, hij is zo enorm druk, mailt zijn agent wanneer het aanvankelijk stil blijft. Als Boochani enkele dagen later een berichtje stuurt dat hij tijd heeft, is dat tussen een scala aan andere afspraken in. Er staan onder andere gesprekken met Londen, Boston en New York geboekt. Ook foto’s op Twitter en internet getuigen van de grote belangstelling voor Boochani en zijn lot: onder kroonluchters luisteren deelnemers van een literatuurfestival aandachtig naar de auteur op het scherm, een volle boekwinkel spreekt hij online toe. In het telefoongesprek benadrukt hij nogmaals de onbevattelijkheid van zijn bestaan, alsof hij ook tegen zichzelf spreekt. ‘Het boek wordt overal ter wereld gelezen. Ik ben auteur van een bestseller. En een gevangene.’
Ik wil dat het Australische publiek weet wat de regering doet
Het autobiografische werk vertelt hoe Boochani uit zijn vaderland Iran naar Australië vlucht in de hoop op een nieuw bestaan in veiligheid. In plaats daarvan komt hij terecht in de omheinde barakken van een eiland dat vrijwel niemand op de kaart weet te vinden. Boochani schetst het leven in het kamp. De opsluiting van honderden mannen in veel te krappe ruimtes door private beveiligers die geweld niet schuwen en hun macht naar willekeur uitoefenen. De vernederende rijen voor eten, voor toiletten, voor medicijnen. De permanente stank van uitwerpselen en vervuiling. De uitzichtloosheid, de wanhoop en de zelfverminking. No friend but the mountains is vooral een aanklacht tegen het onmenselijke vluchtelingenbeleid.
Gat in zijn matras
‘Ik wil dat het Australische publiek weet wat de regering doet.’ Boochani klinkt als een strijdbare getuige: ‘We zijn niet vernietigd. We leven nog, we bestaan en we dagen dit systeem dat mensen vastzet uit.’ Het boek maakt hem en zijn lotgenoten tot onderdeel van de geschiedenis en de samenleving van Australië.
Ook de ongebruikelijke manier waarop het literaire werk tot stand kwam, draagt bij aan alle faam. Omdat bewakers van het detentiecentrum zijn spullen konden doorzoeken, durfde hij zijn woorden niet aan papier toe te vertrouwen. Hij schreef het bijna vierhonderd pagina’s tellende manuscript in het Farsi op een mobiele telefoon die naar binnen gesmokkeld was. Via WhatsApp gingen de teksten meteen naar de vertaler. Het mobieltje verborg hij in een gat van zijn matras.
‘Er is niets veranderd’
‘Nog steeds voelt de prijs als een overwinning voor de menselijkheid, voor ons allen hier op Manus, voor al degenen die zich met mensenrechten bezighouden’, zegt hij. Maar hij ontkomt evenmin aan gemengde gevoelens over de erkenning en alle aandacht. ‘Er is niets veranderd.’ Dacht hij dat dat wel zo zou zijn? Het antwoord is kort maar krachtig. ‘Natuurlijk!’
In ruil voor financiële steun plaatst Australië asielzoekers op de eilanden Manus en Nauru die tot Papoea-Nieuw-Guinea behoren
Boochani kwam ter wereld als de zoon van ongeletterde boeren. Hij beschouwt zichzelf als een oorlogskind. Het Iraans-Iraakse conflict van de jaren tachtig werd voor een belangrijk deel in het Koerdische grensgebied waar hij opgroeide uitgevochten. Na een master in politieke wetenschappen werkte hij als journalist en zette zich in voor de rechten en de cultuur van de Koerden. Toen zijn collega’s vanwege hun kritische geluiden werden opgepakt en ook voor hem gevangenschap dreigde, besloot hij na een onderduik van enkele maanden in mei 2013 te vluchten.
Onderschept door de kustwacht
Per vliegtuig bereikte hij Zuidoost-Azië. Op het vervolgtraject van Indonesië naar Australië overleefde hij ternauwernood een schipbreuk door zich vast te klampen aan een stuk drijfhout. Bij een tweede poging werd de boot door de Australische kustwacht onderschept. Ruim twee maanden na zijn vertrek uit Iran kwam hij op 23 juli aan op het Australische Christmas Island, enkele weken later dan verwacht. Die vertraging had fatale gevolgen voor zijn lot. Terwijl Boochani op zee dobberde, besloot de toenmalige Australische premier Kevin Rudd op 19 juli de deuren hermetisch te sluiten voor asielzoekers die per boot arriveren. Boochani stapte vier dagen te laat aan wal. Zo belandde hij op het eiland Manus.
In ruil voor financiële steun plaatst Australië asielzoekers op de eilanden Manus en Nauru die tot Papoea-Nieuw-Guinea behoren. Offshore processing heet dat eufemistisch.
De willekeur van private beveiligers
Het kamp waar Boochani vastzat ging eind 2017 dicht nadat het door het Hooggerechtshof van Papoea-Nieuw-Guinea illegaal en in strijd met de Grondwet werd verklaard. Met honderden anderen werd hij overgeplaatst naar alternatieve accommodatie op het eiland. Overdag mogen ze het kamp uit, maar de omgeving heeft bitter weinig te bieden en een deel van de lokale bevolking staat vijandig tegenover de asielzoekers. ’s Avonds gaan de hekken dicht en zijn ze nog altijd overgeleverd aan de willekeur van de private beveiligers met hun dubieuze reputatie. Voor de omstandigheden heeft hij nog steeds geen goed woord over en mensenrechtenorganisaties beamen zijn kritiek.
Van meet af aan besloot Boochani zichzelf als een auteur te blijven zien. Met schrijversogen zijn lot en dat van degenen om hem heen observeren, werd zijn overlevingsstrategie in de mensonterende omstandigheden.
Boochani’s boek wordt door de jury van de Australische Victorian Award geprezen als ‘een verbluffend kunstwerk’ en ‘een schreeuw van verzet’
No friend but the mountains, een oud Koerdisch gezegde, raakte meteen een snaar toen het eind juli 2018 uitkwam. Australische lezers kochten het massaal. Het wordt door de jury van de Australische Victorian Award geprezen als ‘een verbluffend kunstwerk’ en ‘een schreeuw van verzet’. Andere beoordelaars noemden het een ongewone mengeling van sociologische studie, fijnzinnig proza en impressionistische poëzie; een mooi en precies schrijven dat literaire tradities uit de hele wereld door elkaar weeft.
Officieel mag de prestigieuze prijs alleen worden toegekend aan Australische staatsburgers of permanente inwoners van het land. Het Wheeler Center, dat de onderscheidingen beheert, maakte vanwege alle gloedvolle aanbevelingen een uitzondering.
Filmen met mobiele telefoon
Het bleef niet bij een boek. Boochani levert bijdragen voor de Britse krant The Guardian, waarin hij eveneens dwingende vragen stelt. ‘Australië heeft een morele revolutie nodig’, schrijft hij op 30 augustus 2018. ‘Hoe kan een natie naar de toekomst kijken wanneer de leiders jarenlang kinderen opsluiten in een afgelegen en verlaten gevangenis?’ Ook andere internationale publicaties zoals de Huffington Post en The Financial Times plaatsen zijn artikelen. Hij twittert intensief met kritisch commentaar over het leven op Manus en het hardvochtige asielbeleid van Australië.
Ook filmde hij met zijn mobiele telefoon de beelden voor de documentaire Chauka, please tell us the time, die in samenwerking met de Nederlands-Iraanse filmmaker Arash Kamali Sarvestani tot stand kwam. De chauka is een inheemse vogel aan wiens zanggeluid de bewoners van Manus de tijd aflezen. Wrang genoeg is het ook de naam die de Australische bewakers aan de gevangeniscellen in het kamp gaven. De film biedt het publiek een even zeldzame als verontrustende blik in het leven van de honderden asielzoekers in hun uitzichtloze detentie. Het toont de mishandeling, de intimidatie en de psychische belasting die ze dagelijks ervaren. De film werd op 22 maart in Nederland door NPO 2 uitgezonden en was onder meer in Australië, Engeland, Nieuw-Zeeland, Duitsland en Denemarken te zien.
Opgesloten in een container
Die verschillende artistieke uitingen vindt Boochani belangrijk. De journalistieke taal voldoet niet om de wrede werkelijkheid van een oord als Manus recht te doen en het publiek werkelijk te raken. Zijn getuigenissen kwamen hem duur te staan. Tot twee keer toe werd hij enkele dagen opgesloten in een container.
Ze vertellen ons niet wanneer we uit dit niemandsland worden vrijgelaten
Zijn dagen zijn grotendeels gevuld met communiceren met de buitenwereld via zijn smartphone. ‘Ik ben druk. Zodra ik wakker word begint het antwoorden van alle berichten. Ik zet mijn commentaar op Twitter. Ik plan afspraken met mijn agent en uitgever.’ Maar het leven van de meesten van de ongeveer vijfhonderd lotgenoten verglijdt in doelloosheid. ‘Wat kunnen ze doen in deze gevangenis? Ieder probeert zijn eigen manier te vinden om ermee om te gaan. Maar zes jaar is lang. Er ontstaat schade. Het voelt alsof ze hun leven verspillen. Ze kampen met depressie en er zijn regelmatig pogingen tot suïcide. Velen brengen de dagen slapend door of komen nooit hun kamer uit.’
‘Er is hier niets’
Regelmatig komt de term ‘marteling’ terug in het gesprek. ‘Ik gebruik dat woord omdat we niet weten wat de toekomst zal zijn. Dat is het moeilijkste wat er is. In mijn bestaan en in dat van de anderen hier. Ze vertellen ons niet wanneer we uit dit niemandsland worden vrijgelaten.’ In Papoea-Nieuw-Guinea heeft hij de status van vluchteling, maar net als zijn lotgenoten ziet hij in het straatarme land geen toekomst. ‘We kunnen hier evenmin een nieuw leven beginnen. Er is hier niets.’ Vorig jaar kwamen de VS met Australië overeen om een aantal van de vluchtelingen uit Manus en het eiland Nauru te hervestigen. Meer dan honderd van hen zijn sindsdien vertrokken, maar Boochani wacht nog steeds op verdere informatie. Een gesprek met Amerikaanse functionarissen heeft geen concreet vervolg gekregen.
Regelmatig bliept de aankondiging van een volgend telefoontje door ons gesprek. Zijn stem begint gehaaster te klinken. ‘Ik moet verder.’ Verder met zijn missie die na al die jaren onveranderd is: ‘Ik wil mensen bewust maken van wat hier gebeurt.’
Het boek No friend but the mountains van Behrouz Boochani verschijnt dit najaar in Nederlandse vertaling bij Uitgeverij Jurgen Maas.
Naam: Behrouz Boochani
Geboren: 23 juli 1983 te Ilam (Iran)
Werk: Schrijver, dichter, journalist, filmmaker en mensenrechtenactivist. Verkreeg wereldfaam met No friend but the mountains, dat hij tijdens zijn detentie op Manus op zijn mobiele telefoon schreef.
Activisme: Voert campagne voor de rechten van asielzoekers. Wil burgers bewust maken van het onmenselijke beleid van de Australische regering. Liet in eerste instantie vooral van zich horen in Australië, maar inmiddels ook wereldwijd.
Prijzen: Victorian Prize for Literature en Victorian Premier’s Prize for Nonfiction (januari 2019) | New South Wales Premier’s Literary Awards (april 2019), Australian Book Industry Award (mei 2019) | Sinds 2017 diverse journalistieke prijzen, onder andere voor zijn bijdragen aan The Guardian.
Twitter-account: @BehrouzBoochani
Correctie (11 juni 2019): in een eerdere versie van dit artikel stond het boek van Boochani vermeld als ‘No friends but the mountains’. Dit moest ‘No friend but the mountains’ zijn. Hierboven is dit aangepast.