Assad is gevlucht
De nacht van 29 november duurde ongelooflijk lang. Tijdens de militaire operaties in Syrië van de gewapende oppositie zat ik aan het nieuws gekluisterd. Ik volgde elk detail en analyseerde: ze verdrijven de regeringstroepen van hun posities… Ze snijden de hoofdweg tussen Damascus en Aleppo af… Ze rukken op naar de stad. De gebeurtenissen ontvouwden zich met verbazingwekkende snelheid. Verwachtingen en angst voor teleurstelling grepen zich aan me vast: zouden ze het kunnen? Zouden ze Aleppo kunnen bevrijden?
Ik zag weer de VN-waarnemers met hun jeeps in de universiteit van Aleppo voor me, die in mei 2012 de economische hoofdstad van Syrië bezochten om de situatie te beoordelen. Aleppo stond toen nog onder controle van Assad en de shabiha, misdadigers van het regime, zwermden door straten vol demonstranten. Zodra de waarnemers de universiteitsstraat verlieten, vielen de shabiha ons aan met traangas en alle wapens die ze tot hun beschikking hadden. Dat was de eerste keer dat ik die lange, flexibele zwaarden zag, scherp en dodelijk. Ze gebruikten ze om jonge mannen neer te slaan en ze onmiddellijk te doden. Zal jullie stad eindelijk bevrijd worden, mijn overleden vrienden?
De slaap bleef me ontwijken, terwijl het nieuws bleef binnenstromen. De troepen van de oppositie rukten op naar de westelijke wijken van de stad. Het was de eerste keer dat die gebieden werden bevrijd. Toen de oppositie jaren geleden nog voet aan de grond had in Aleppo, was ze gevestigd in de oostelijke delen van de stad, de meest verarmde. Nu waren ze bezig om de hele stad te bevrijden. Mijn moeder fluisterde me door de telefoon toe: ‘Als ze het nou echt konden doen… zodat we terug naar huis kunnen en dit leven in toevluchtsoorden kunnen verlaten.’
Ik vergeet de bijtende kou. Binnenkort keer ik terug naar Aleppo
Mijn ogen dwaalden af naar de verre dageraad die de lucht beroerde, en de sneeuw op de heuvels tegenover mijn bescheiden huis in de Elzas in Frankrijk. Ik zag hoe de winterochtend worstelde om te ademen, stikkend in de kou. Ik keerde snel terug naar het nieuws, en daar was het: de oppositie was het centrum van Aleppo binnengetrokken. De troepen van Assad waren gevlucht.
Ik vergat de slaap en de bijtende kou. Binnenkort zal ik terugkeren naar Aleppo, mijn stad. Ik zal terugkeren en mijn vrienden vertellen over de zoute zee die ik overstak op de vlucht van Turkije naar Europa. Ik zal terugkeren naar Aleppo en hun vreugde delen, hoewel onvolledig omdat ik het nieuws van de bevrijding moest volgen vanaf duizenden kilometers verderop. Ze zullen me vertellen hoe ze hun angst hadden begraven onder maskers van vernedering. En hoe ze de hoop op de val van Assad hadden gesmoord, terwijl ze stonden te wachten in eindeloze rijen voor brood.
Wanhoop is moeilijk, maar valse hoop is moeilijker. Toch is Aleppo nu vrij en is Assad gevlucht. Inderdaad, Assad vluchtte. De persoon voor wie ik mijn hele leven ben weggelopen, is nu op de vlucht.