Anne Applebaum: ‘Rusland vreest een nieuwe revolutie’
© Witold Krassowski/EK Pictures

Anne Applebaum: ‘Rusland vreest een nieuwe revolutie’

Hoe staat het met de mensenrechten in Oost-Europa, twintig jaar na de val van de Muur? Journaliste Anne Applebaum, auteur van een standaardwerk over de Russische Goelag, ziet een groot verschil tussen Rusland, waar het slecht gaat, en de meeste andere landen, die westerse, democratische staten zijn geworden. ‘Oostenrijk stemde massaal op Haider. Zoiets is in Midden- en Oost-Europa niet gebeurd.’

Er bestaat zoiets fascinerends als een internationale mensenrechtenjetset. Die bestaat uit denkers, schrijvers, hoogleraren, columnisten, journalisten en directeuren van niet-gouvernementele organisaties die zo beroemd zijn dat ze de hele wereld overvliegen om deel te nemen aan conferenties en debatten. Ze hebben klinkende namen als Michael Ignatieff, Ian Buruma, Avishai Margalith, Irene Khan en Noreena Hertz. Ze hebben een mening over alles wat maar met mensenrechten te maken heeft. En ze kennen elkaar allemaal, van die symposia en debatavonden, maar vooral ook van de lobby’s in de hotels waar ze verblijven.

Val van de Muur

Zoals het Ambassade Hotel aan de Amsterdamse Herengracht, erkende logeerplek voor intellectuele gasten. De Amerikaanse publiciste en Oost-Europakenner Anne Applebaum (45) heeft er bijvoorbeeld nog niet eens ingecheckt of ze staat al handen te schudden met de hoofdredacteur van het linkse Amerikaanse tijdschrift The New Republic, Leon Wieseltier, een grijze, rijzige man. Als ze even later naar haar kamer gaat om haar spullen weg te brengen, merkt Wieseltier tegen zijn gesprekspartner op: ‘Die heeft ooit stage bij me gelopen. Ontzettend slimme vrouw, toen al.’

Slim, dat kun je wel zeggen. Applebaum studeerde midden jaren tachtig summa cum laude af aan de prestigieuze Yale Universiteit. Een paar jaar later vertrok ze naar Oost-Europa, waar ze voor The Economist de val van de Berlijnse Muur versloeg. Haar carrière nam vervolgens een hoge journalistieke vlucht: ze was onder andere lid van de hoofdredactie van The Washington Post, waarvoor ze nog altijd een column schrijft. Ze publiceerde ook een veelgeprezen boek over haar reizen door Oost-Europa na de val van de Muur: Between East and West (1995). En in 2003 verscheen het boek dat haar de Pulitzer-prijs opleverde en haar internationaal beroemd maakte: Gulag: A History. Deze vuistdikke studie wordt inmiddels beschouwd als een standaardwerk over het beruchte netwerk van werkkampen waar de Sovjet-Unie haar vijanden in deed verdwijnen.

Jetset in het kwadraat

Applebaum behoort ook tot de intellectuele jetset, en wel in het kwadraat. Toen ze landde op Schiphol, kwam ze uit Stockholm. Daar had ze een dag eerder geluncht met, jawel, de Zweedse koningin. Samen met nog een paar andere vrouwen van diplomaten, want dat is ze ook nog: echtgenote van de Poolse minister van Buitenlandse Zaken. Na twee dagen in Amsterdam zou ze weer doorvliegen naar Warschau, waar ze woont met haar man en twee zoons. Niet dat ze erg onder de indruk was van het Zweedse etentje, zegt ze laconiek. De koningin ‘was wel aardig’. Maar hoe ze heet ‘weet ik eigenlijk niet meer’. Het uitstapje naar Zweden was duidelijk vooral een gelegenheid om haar druk rondreizende man nog eens te zien.

Het gaat al een paar jaar goed in Centraal- en Oost-Europa, ook op mensenrechtengebied. Over Rusland daarentegen weet ik niet goed wat daarover te zeggen

Applebaum – smalle gestalte, vriendelijk gezicht, gemakkelijke prater – kwam naar Nederland om te spreken tijdens de jaarlijkse Nexus-conferentie, dit jaar voor het eerst in het Muziektheater in Amsterdam. Haar onderwerp daar was het fenomeen van de zelfmoordterrorist. Maar de komende tijd zal het vast vaak gaan over Oost-Europa, twintig jaar na de val van de Muur in november 1989. Of niet? ‘Ik heb al wel vijftien uitnodigingen gehad voor bijeenkomsten daarover’, zegt ze, ontspannen achterover leunend in de luxe taxi tussen vliegveld en hotel.

Westerse instituties

En desgevraagd wil ze al wel vooruitblikken op het jubileum. Er is, zegt ze, na twintig jaar een groot verschil ontstaan tussen de ontwikkelingen bij de voormalige onderdrukker – de Sovjet-Unie, nu Rusland – en zijn slachtoffers. ‘Het gaat al een paar jaar goed in Centraal- en Oost-Europa, ook op mensenrechtengebied. In Rusland daarentegen is de situatie zo onduidelijk dat ik niet goed weet wat ik erover moet zeggen.’

Eerst maar eens Midden- en Oost-Europa, landen als Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië en Bulgarije. In 1989 werden het opeens vrije, maar arme staten. Nu, twintig jaar later, ‘zien we dat ze succesvol zijn geïntegreerd in het Westen. Ze doen mee aan allerlei westerse instituties als de EU en de NAVO, ze zullen elkaar niet zomaar meer de oorlog verklaren.’ En dat is een hele prestatie, vindt ze. ‘Niemand weet het nog, maar begin jaren negentig deden allerlei pessimistische voorspellingen de ronde. Hongarije zou bijvoorbeeld weer een fascistische staat worden, zoals vóór de Tweede Wereldoorlog. Niet gebeurd.’

Is premier Poetin nog steeds de machthebber of heeft zijn opvolger, Medvedev, de touwtjes in handen? Niemand weet het

Natuurlijk, er zijn nog genoeg problemen. Discriminatie van zigeuners in Tsjechië en van homoseksuelen in de Baltische staten. Geschillen over etnische minderheden tussen Hongarije en Slowakije. Corruptie in Roemenië en Bulgarije. Maar dat valt allemaal ‘binnen de Europese bandbreedte’, relativeert Applebaum. Je moet de nieuwe EU-lidstaten alleen niet vergelijken met de meest succesvolle landen, zoals Nederland: ‘Roemenië is een soort Sicilië. De Poolse achterbuurten lijken op de achterbuurten van Glasgow, niet op het centrum van Parijs.’ Bovendien: ‘Oostenrijk heeft massaal op Haider gestemd. In Frankrijk kreeg Le Pen veel stemmen. Dat is allemaal niet gebeurd in Midden- en Oost-Europa.’

Chaotische jaren

Europa, het idee van Europa, heeft daar veel aan bijgedragen, benadrukt ze. Na de val van de Muur streefden ze er allemaal naar om ‘Europees’ te worden, om democratisch, open en tolerant te zijn. ‘Wij willen normaal worden’, zoals de kreet uit die tijd klonk. ‘En ze zijn normaal geworden. Ze zijn nog lang niet klaar, maar dat is ze in elk geval gelukt.’

Hoe anders is dat in Rusland. Dat is na de val van de Muur, en met name na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991, een hele andere richting opgegaan. Eerst de chaotische jaren onder Jeltsin, toen de autoritaire Poetin. Een gewelddadige oorlog in Tsjetsjenië, moorden op kritische journalisten en mensenrechtenactivisten. Niet wat je zegt een land dat er naar streeft om Europees te worden.

Burgerrechten ingeperkt

Applebaum, die vloeiend Russisch spreekt, beaamt dat. ‘Ik weet niet eens of ik het Rusland van na 1989 een succes of een mislukking moet noemen. We weten nauwelijks hoe het politieke systeem in elkaar zit. Is premier Poetin nog steeds de machthebber of heeft zijn opvolger, Medvedev, de touwtjes in handen? Niemand weet het.’

Het is wel duidelijk dat de burgerrechten sterk worden ingeperkt. ‘De persvrijheid, de vrijheid van vereniging, de vrijheid om een onafhankelijke organisatie te beginnen, de vrijheid van meningsuiting – ze worden allemaal aan banden gelegd. Hoewel dat op een andere manier gaat dan tijdens de Sovjet-Unie. Het regime controleert niet alles. Kleine kranten, tijdschriften en radiostationnetjes mogen blijven bestaan, ze worden alleen voortdurend lastiggevallen, vooral door de belastingdienst. En natuurlijk vindt er af en toe een moord plaats.’

Heel interessant: niemand bedreigt het Kremlin, maar toch lijken ze erg nerveus

Waarom niet alles gewoon verbieden? ‘Dat hoeft niet, de kleine onafhankelijke media en de politieke oppositie vormen geen gevaar’, zegt de schrijfster. Bovendien hechten ze toch erg aan hun reputatie in het buitenland: ‘Rusland wil beschouwd worden als een grootmacht. De machthebbers hebben hun geld op westerse rekeningen staan en hun kinderen gaan naar westerse elitescholen. Dat kan allemaal niet meer als ze de massaterreur herinvoeren.’

Toch gedraagt het Kremlin zich soms raar, vindt Applebaum. ‘Heel interessant: niemand bedreigt ze, maar toch lijken ze erg nerveus. Een tijdje geleden werd een demonstratie door aanhangers van oppositieleider Gary Kasparov door een enorme politiemacht neergeslagen, terwijl er maar een handvol mensen was komen opdagen. Waarom?’

Omwentelingen

Ze heeft wel een idee: de Rozenrevolutie in Georgië en vooral de Oranje Revolutie in Oekraïne hebben de autoriteiten toch bang gemaakt. ‘Dat zeggen ze zelf: “Buitenlanders en de CIA stoken de oppositie op om een tweede Oranje Revolutie te beginnen.”’

Die omwentelingen in Georgië en Oekraïne worden beschouwd als nazaten van de Fluwelen Revolutie van 1989 en als uitingen van het verlangen van de bewoners om ook bij Europa te horen. Waarom lijkt dat in Rusland, ondanks de vrees van de autoriteiten, nog altijd niet erg te leven? Applebaum: ‘Rusland is eigenlijk een heel nieuw land. Na de val van de Sovjet-Unie had het niet echt een identiteit om op terug te vallen, in tegenstelling tot de meeste landen in Midden- en Oost-Europa, die zich wel konden identificeren met democratische voorgangers uit het verleden. Je had het tsaristische Rusland, maar dat is natuurlijk niet echt een rolmodel.’

Helden

Jeltsin had een grote kans om aansluiting met Europa te krijgen, zegt ze. ‘De moderne mensenrechtenbeweging is voor een belangrijk deel door de Russische dissidenten uit de jaren zestig bedacht. Jeltsin had die mensen als helden kunnen neerzetten, als de grondleggers van het moderne Rusland. Het is helaas niet gebeurd. Nu kiest Poetin veel meer voor een “imperiale” identiteit van Rusland als een sterke grootmacht. De overwinning in 1945 op de nazi’s staat daarin centraal. In die visie hebben de Sovjets Oost-Europa bevrijd. En dus niet bezet, zoals de Oost-Europese landen het zelf zien.’

Ze is dus pessimistisch over Rusland. Maar ‘ik ben niet een van die mensen die zegt: Rusland zal altijd zo blijven. Er groeit een nieuwe generatie Russen op die zich de USSR niet meer kan herinneren, die de hele wereld over reist, veel contact heeft met het Westen. Je weet niet wat dat voor effect heeft later.’

Mobiele telefoons

Kan dat Westen helpen Rusland te hervormen? Applebaum denkt van wel. Maar niet ‘door veel IMF-geld te geven. Het werkt het beste om kleine ngo’s aan mobiele telefoons te helpen, om iemand juridisch te ondersteunen die ten onrechte van een misdrijf wordt beschuldigd, om organisaties te steunen die de gevangenissen willen hervormen, om seminars voor provinciale politici te organiseren. Maar het kost tien tot twintig jaar wil dat enig effect hebben. Helaas trekt men daar in het Westen niet graag de portemonnee voor, daar wordt al snel gezegd: “Het werkt niet.”’

Wie weet wat er nog gebeurt, wil ze maar zeggen. Twintig jaar is nog niet veel als het gaat om de verwerking van het verleden. ‘In Duitsland begonnen de jongeren ook pas in 1968 na te denken over wat hun ouders hadden gedaan in de oorlog.’

Biografie

NAAM Anne Applebaum GEBOREN 1964 IN Washington D.C. BEROEP Journaliste, historica VERSLOEG de val van de Muur voor The Economist vanuit Warschau DE POOLSE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN is haar man DE RUSSISCHE GOELAG was het onderwerp van haar bekendste boek, waarmee ze de Pulitzerprijs in de wacht sleepte COLUMNS schrijft ze voor The Washington Post