David Scheffer: ‘Ik acht de kans niet groot dat Obama Den Haag zal binnenvallen’
Hij werd in 1997 de eerste Amerikaanse ambassadeur ooit voor oorlogsmisdaden. In die functie maakte David Scheffer zich hard voor berechting van ‘gruwelmisdrijven’. Namens de VS tekende hij het oprichtingsstatuut van het Internationaal Strafhof‚ waar Washington zich later tegen zou keren. ‘Mijn handtekening staat er nog steeds; het is George Bush niet gelukt die uit te gummen.’
Wenen – David Scheffer (1954) heeft z’n agenda zo efficiënt mogelijk ingedeeld voor zijn Europese tournee. De oud-diplomaat maakt promotie voor zijn boek All the Missing Souls. Hij heeft de voorgaande dagen Londen‚ Brussel en Keulen bezocht. En vandaag is het maandag‚ ‘so this must be Vienna’. Het gesprek in de lobby van zijn Weense hotel begint over Syrië‚ waar het geweld met de dag toeneemt – en de internationale gemeenschap machteloos toekijkt.
Het goede nieuws is volgens Scheffer dat er‚ hoewel het nog lang niet aan de orde is‚ binnen de internationale gemeenschap al wordt gesproken over de eventuele berechting van Syrische daders. ‘Twintig jaar geleden was dat ondenkbaar. Om conflicten te beëindigen kregen dictators vaak ballingschap aangeboden. Dat nu vervolging op de agenda staat‚ is een grote vooruitgang.’
Oorlogsmisdadenambassadeur
Het is die vooruitgang waaraan David Scheffer intensief heeft meegewerkt en waarop hij in zijn boek terugblikt. In de. eerste ambtstermijn van president Clinton was hij rechterhand van Madeleine Albright‚ die Washington bij de VN vertegenwoordigde. Scheffer werkte mee aan de totstandkoming van de tribunalen voor Joegoslavië en Rwanda. Toen Albright in 1997 minister van Buitenlandse Zaken werd‚ stelde ze hem aan als de eerste Amerikaanse ‘oorlogsmisdadenambassadeur’‚ een diplomatieke vliegende keep in conflictgebieden.
Het is wachten tot de Oxford Dictionary de term atrocity crime opneemt
Scheffer bemoeide zich onder meer met Kosovo‚ Liberia‚ Sierra Leone en Oost-Timor. Hij maakte zich hard voor de berechting van de misdaden in Cambodja begaan tijdens het bewind van de Rode Khmer (1975-1979). Hij ontwikkelde een nieuwe term voor wat die berechting moest dekken: atrocity crimes‚ gruwelmisdrijven. Scheffer: ‘Er bestond geen overkoepelende benaming voor de omslachtige opsomming van genocide‚ misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven. Dat klinkt niet fijn in een journalistiek stuk.’
Energieverspilling
Scheffer vervolgt: Maar ik had nóg een reden. Het was me vaak opgevallen hoe beleidsmakers kunnen discussiëren over of het nou de ene of de andere soort misdrijf was. In Rwanda vond een massaslachting plaats en de internationale gemeenschap kon het niet eens worden of dat genocide moest heten of niet. Energieverspilling. Ik zeg niet dat er geen verschil zit tussen die drie misdrijven. Maar dat zal aan de orde komen tijdens een eventueel strafproces. Als er sprake is van een gruwelmisdrijf‚ moet de wereld allereerst actie ondernemen. Ik zie het woord nu in publicaties opduiken. Nu maar wachten tot de Oxford Dictionary het opneemt.’
In Sierra Leone hebben we wekenlang besproken of het hof zich moest richten op verdachten met de ‘hoogste’ of de ‘grootste’ verantwoordelijkheid
We leggen hem het verwijt voor dat internationale gerechtshoven vaak alleen de hoogstgeplaatste daders veroordelen. Scheffer knikt instemmend: ‘Voor slachtoffers is dat onverteerbaar. Hoe leg je een Rwandees uit dat het tribunaal‚ dat in Tanzania zetelt‚ niet die ene persoon vervolgt die eigenhandig vijfhonderd mensen heeft afgeslacht? Hoe leg je een Congolees uit dat er in Den Haag een immens internationaal strafhof is opgericht dat slechts een handjevol mensen aanklaagt?’ Volgens Scheffer ligt het probleem bij de landen die de gerechtshoven financieren. ‘Het zijn heel dure processen‚ vandaar dat alleen de top wordt vervolgd. In Sierra Leone hebben we wekenlang besproken of het hof zich moest richten op verdachten met de “hoogste” of de “grootste” verantwoordelijkheid. Het werd het laatste‚ maar als jullie het verschil weten… let me know!’
Een ander kritiekpunt is dat de aanklagers soms krampachtig naar onpartijdigheid streven. De ex-premier van Kosovo Ramush Haradinaj zou alleen zijn aangeklaagd omdat het Joegoslavië-tribunaal daders van beide kanten wilde aanpakken.
‘Vanzelfsprekend moet een tribunaal verdachten van alle partijen onderzoeken. Het Rwanda-tribunaal doet dat niet‚ het mandaat is er niet naar. Het Joegoslavië-tribunaal vervolgde vooral Serviërs en Kroaten‚ plus een enkele Bosniër en Kosovaar. Er waren goede redenen om de zaak-Haradinaj te onderzoeken.’
Te groot risico
In de zomer van 1998 was David Scheffer leider van de delegatie die de VS vertegenwoordigde tijdens de conferentie in Rome voor de oprichting van het Internationaal Strafhof. Het Statuut van Rome werd met grote meerderheid aangenomen. Scheffer stemde tegen‚ onder meer omdat Washington het een te groot risico vond dat ook Amerikanen door het hof vervolgd zouden worden.
Organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch is een cruciale rol toegeschreven tijdens de onderhandelingen. Maar in uw boek komt Amnesty niet voor‚ en Human Rights Watch slechts in een paar bijzinnen.
‘Hun rol is al vaak beschreven‚ ik wilde dat niet overdoen. Natuurlijk hadden niet-gouvernementele organisaties een belangrijk aandeel. Het waren de vrouwenrechtenorganisaties die met succes lobbyden om in het Statuut van Rome seksueel geweld op te nemen. Dat beschrijf ik ook in het boek. In Rome‚ en ook in de jaren ervoor‚ had ik voortdurend in mijn achterhoofd wat ngo’s me influisterden. Maar uiteindelijk werd het verdrag gesloten tussen regeringen‚ daar wilde ik me in het boek op concentreren.’
Te streng
Scheffer vertelt dat hij in Rome regelmatig ngo-vertegenwoordigers uitnodigde voor besprekingen. ‘Tijdens zo’n bijeenkomst vroeg een vrouw‚ ik zal haar naam niet noemen‚ me een standpunt van de VS toe te lichten‚ waar de overgrote meerderheid van de internationale gemeenschap anders over dacht. Ik herhaalde onze officiële mening. Waarop ze naar buiten liep. Een kwartiertje later keerde ze terug met haar laptop. Ze had het nog eens opgezocht en de meeste landen waren het toch echt oneens met de VS. Ik heb haar uitgelegd dat‚ hoe accuraat haar onderzoek van de afgelopen vijftien minuten ook was‚ het mijn plicht was 300 miljoen Amerikanen te vertegenwoordigen. En dat er aan ons standpunt een lang‚ ingewikkeld maar vooral democratisch proces vooraf was gegaan. Dus als Washington X vindt‚ zei ik haar‚ is dat niet omdat ik daarvoor even een kwartiertje op internet had gesurft‚ maar omdat er lang over is gewikt en gewogen. Wellicht was ik te streng voor haar‚ maar dat was wel waar het om ging.’
Handtekening ongeldig
Uiteindelijk ging de Amerikaanse regering overstag. Op 31 december 2000‚ tien dagen voor Clinton het Witte Huis verliet en op de laatste dag dat het wettelijk mogelijk was‚ zette David Scheffer namens de VS alsnog zijn handtekening onder het Statuut van Rome – als 131ste staat. Dat bracht de VS een stap dichterbij ratificatie van het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof‚ de definitieve bekrachtiging. Kort nadat president George W. Bush aantrad‚ verklaarde hij de handtekening ongeldig. Scheffers functie had hij toen al opgeheven.
Als Al Gore die verkiezing in 2000 had gewonnen in plaats van Bush‚ hadden de VS het Strafhof dan wel geratificeerd?
‘De kans daarop zou aanzienlijk groter zijn geweest. Na de ondertekening zouden onderhandelingen volgen. We hadden veel punten kunnen binnenhalen‚ waarmee we de Senaat hadden kunnen overtuigen. Toen ik tekende‚ wisten we uiteraard dat George Bush president zou worden. We hoopten dat hij de onderhandelingen zou aangaan‚ en zich eventueel zou laten overtuigen van het nut van het Strafhof. Helaas liep hij weg van de onderhandelingen. Overigens is het hem niet letterlijk gelukt mijn handtekening uit te gummen. Die staat er nog steeds.’
Hobby
Scheffer noemt het ‘zijn hobby’ om het Statuut van Rome alsnog door de VS geratificeerd te krijgen. Maar hij acht de kans daarop klein‚ op korte termijn. ‘Er zijn andere verdragen die hogere prioriteit hebben bij de Obama-regering. Het Vrouwenrechtenverdrag‚ bijvoorbeeld‚ en het Kinderrechtenverdrag‚ dat door elk land is geratificeerd behalve door de VS en Somalië. Voor al die verdragen geldt dat het jaar 2012 al is verloren‚ vanwege de presidentsverkiezingen. Mocht Obama winnen‚ dan is er een kans dat hij in zijn tweede termijn enkele verdragen kan laten ratificeren. Ik zou graag willen hopen dat het Statuut van Rome daarbij zit. Maar gezien de kritiek erop van veel senatoren‚ is dat onwaarschijnlijk.’
Ondertussen is de zogenoemde The Hague Invasion Act nog steeds van kracht. Die geeft de VS de bevoegdheid Scheveningen binnen te vallen als er een Amerikaan aan het Strafhof wordt uitgeleverd. Moeten onze Haagse lezers zich zorgen maken?
‘Haha‚ nee dat denk ik niet. Ik acht de kans niet groot dat Obama Den Haag zal binnenvallen. Toch is het een bizarre wet. Het geeft de president de grootste oorlogsbevoegdheid in de geschiedenis van de VS. Hij hoeft de aanval niet eens aan het Congres voor te leggen‚ hij kan direct troepen naar Den Haag sturen. Bovendien kan de president ook de landen binnenvallen die meewerken aan de uitlevering van Amerikaanse burgers aan het Strafhof.
Stille dood
‘Obama zou die wet kunnen schrappen. Hij zou er ook voor kunnen kiezen de wet een stille dood te laten sterven. De kans op een invasie is immers nihil. Overigens heeft George Bush in zijn laatste termijn de wet al afgezwakt. De VS kunnen geen economische of militaire sancties meer opleggen aan landen die meewerken aan uitlevering van Amerikanen. Daar heeft nota bene het Pentagon voor gepleit. Ze ondervonden er teveel hinder van in de betrekkingen met bepaalde landen.’
Als Democraat heeft u veel kritiek op George Bush. Wat heeft hij goed gedaan?
‘Wat hij met het Internationaal Strafhof heeft gedaan‚ was schadelijk. Maar tegelijkertijd heeft hij de steun aan de ad-hoc tribunalen‚ zoals het Joegoslavië-tribunaal‚ voortgezet. Ook heeft hij zich hard gemaakt voor het tribunaal van Libanon. En in februari 2005 heeft hij met de VN-Veiligheidsraad het Strafhof de opdracht gegeven de zaak-Darfur te onderzoeken. Dat leidde tot het arrestatiebevel dat de hoofdaanklager uitvaardigde tegen de Sudanese president Omar al-Bashir.’
Nobelprijs voor de Vrede
De laatste vraag die we Scheffer stellen wil hij niet beantwoorden. We vragen hem wie volgens hem het meest in aanmerking zou komen voor de Nobelprijs voor de Vrede‚ als die wordt uitgereikt aan iemand die zich heeft hard gemaakt voor het internationaal strafrecht. We noemen een paar namen: de voormalige aanklagers van het Joegoslavië-tribunaal Richard Goldstone‚ Louise Arbour en Carla del Ponte‚ en de hoofdaanklager van het Strafhof Luis Moreno-Ocampo. Of Madeleine Albright‚ van wie Scheffer in zijn boek vermeldt dat haar memoires geen woord aan het Strafhof wijden. Scheffer onderbreekt ons. ‘De vraag is niet fair. Als ik Madeleine Albright zou noemen‚ zou dat verdacht zijn omdat ik zolang met haar heb samengewerkt. En als ik haar niet noem‚ is dat ook opmerkelijk. Misschien zou ik een organisatie noemen in plaats van een persoon. Maar (opnieuw breekt zijn lach door) ik zou mijn voordracht in elk geval in het diepste geheim doen.’
Biografie
NAAM David Scheffer (1954) STUDEERDE rechten (magna cum laude) aan Harvard ALS ADVOCAAT vestigde hij zich hierna in Singapore PRO DEO zette hij zich in voor Cambodjaanse slachtoffers van de Rode Khmer VAN MADELEINE ALBRIGHT‚ de Amerikaanse vertegenwoordiger bij de VN‚ was hij vanaf 1993 de rechterhand VIER JAAR LATER werd hij de eerste Amerikaanse oorlogsmisdadenambassadeur‚ wat hij bleef tot 2001 PROFESSOR is hij inmiddels aan de Northwestern University School of Law in Chicago ZIJN HOBBY is het om het Statuut van Rome alsnog door de VS geratificeerd te krijgen
Tekst: Arend Hulshof en Daan Bronkhorst
Wordt Vervolgd, juli 2012