© GREG WOOD/ANP

Irene Khan: ‘Als regeringen alles verbieden wat kwetsend is, blijft er weinig over’

Het komend jaar voert Amnesty campagne tegen discriminatie in Europa. Secretaris-generaal Irene Khan: ‘Ik denk dat geen enkel Europees land zo weinig last heeft van discriminatie dat discussie overbodig is.’

Waarom een campagne tegen discriminatie?
‘Discriminatie is momenteel één van de belangrijkste mensenrechtenonderwerpen in Europa. In veel landen zie je een toename van islamofobie en antisemitisme. En kijk ook naar het racistisch geweld in Rusland.’

De campagne gaat zich ook op Nederland richten. Hoe urgent is dat?
‘Ik denk dat geen enkel Europees land zó weinig last heeft van discriminatie dat discussie overbodig is. In Nederland zijn tolerantie en diversiteit zeer actueel. Het is belangrijk net zo kritisch naar mensenrechtenschendingen in eigen land te kijken als naar misstanden ver weg. Het gaat niet zozeer om de hoeveelheid schendingen of de ernst ervan maar om erkenning van het probleem. Mensen zeggen niet snel: Tja, ik word dan wel gediscrimineerd, maar ik heb het toch nog altijd beter dan de Tsjetsjenen in Rusland.’

Geen absoluut recht

Steeds vaker lijkt het recht op vrijwaring van discriminatie te botsen met het recht op vrijheid van meningsuiting. Wat gaat voor?
‘Het recht op vrijwaring van discriminatie is een alles overstijgend mensenrecht, dat je in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zowel terugvindt in artikelen over politieke en burgerrechten als in die over sociaaleconomische rechten. Op die manier kun je zeggen dat dit recht de overhand heeft.
Tegelijkertijd hecht Amnesty veel waarde aan vrijheid van meningsuiting. Die moet zo breed mogelijk worden geïnterpreteerd, maar het is geen absoluut recht – haat zaaien is bijvoorbeeld verboden. En beperkingen van vrijheid van meningsuiting moeten zonder onderscheid worden toegepast; het is niet zo dat je de ene religieuze groep wel mag aanvallen en de andere niet. Als je de twee rechten zo analyseert, zijn ze niet met elkaar in strijd.’

Misschien voelen vrouwen zich ongemakkelijk bij de opzichtige dassen van Jack Straw – maar die hoeft hij dan toch ook niet af te doen?

Maar de praktijk is vaak anders. Kijk maarnaar de Deense cartoonrel eerder dit jaar.
‘De vraag was toen niet of de cartoons volgens de wet wel of niet gepubliceerd hadden mogen worden. De macht van autoriteiten om grenzen te stellen aan het publicatierecht moet zo klein mogelijk zijn. Als regeringen alles verbieden wat kwetsend is, blijft er weinig over. Als iemand het ergens niet mee eens is, betekent dat niet dat hij een ander mag verbieden het te zeggen. Niemand werd gedwongen die krant te kopen. Je kunt je echter afvragen of het verstandig was opzettelijk te provoceren.’

Heeft u zelf last van discriminatie?
‘In mijn leven heb ik ongelooflijk veel geluk gehad. Als ik last zou hebben van extreme discriminatie, was ik nu niet waar ik nu ben.
Wel krijgt mijn identiteit als moslima sinds “9/11” meer aandacht. Ik voel me daar niet door gediscrimineerd maar het valt me wel op.’

Opzichtige stropdassen

U woont in Londen. Wat vindt u van de oproep van de Britse oud-minister Jack Straw dat moslima’s hun gezichtssluier af moeten doen?
‘Het al dan niet dragen van een sluier is een kwestie van keuzevrijheid. Zelf heb ik er nooit een gedragen, mijn moeder ook niet en mijn grootmoeder deed de hare af op haar vijftiende. Zij hadden die keuzevrijheid. Het is aan een regering om die vrijheid te waarborgen. Het wordt een ander verhaal als vrouwen een beroep hebben waarbij een sluier niet is toegestaan. Maar dat is iets anders dan een sluierverbod omdat een parlementslid zich er ongemakkelijk bij voelt. Misschien zijn er ook wel vrouwen die zich ongemakkelijk voelen bij de opzichtige stropdassen van meneer Straw – maar die hoeft hij dan toch ook niet af te doen?’

Welke groepen hebben de meeste aandacht nodig in de strijd tegen discriminatie?
‘Vanuit Amnesty’s optiek is het heel moeilijk te zeggen welke vorm van discriminatie het ergst is. Je moet uitgaan van de mate waarin actie effect kan hebben. Wij begonnen onze campagne tegen geweld tegen vrouwen niet omdat vrouwendiscriminatie erger is dan andere vormen, maar omdat we vinden dat actie nodig is en dat we op dit punt ook veel kunnen bereiken.’

Wordt Vervolgd, december 2006