Het is vrijdagmiddag als Agnès Callamard (1965) haar webcam aanzet. In een felle donkerblauwe blouse zit ze thuis voor een roze muur. Voor een apart interview heeft Callamard in haar eerste weken bij Amnesty geen tijd. In plaats daarvan staat ze vijftien redacteuren van verschillende Amnesty-bladen te woord in een videoconferentie.
Een jaar eerder ging het er bij BBC Hard Talk een stuk steviger aan toe. Callamard, toen nog VN-rapporteur buitengerechtelijke executies, werd kritisch bevraagd over de Saudische journalist Jamal Khashoggi, die in 2018 in het Saudisch consulaat in Istanbul was vermoord.
Niet uit de tent lokken
Callamard had stukken ingezien van de Turkse veiligheidsdienst en kwam na uitgebreid onderzoek tot de conclusie dat de Saudische staat achter die moord zat. De BBC-journalist bleef doorvragen hoe zeker Callamard dat dan wist, en ook of die moordopdracht dan niet direct gegeven was door kroonprins Mohammad bin Salman, zoals de CIA eerder had geconcludeerd. Callamard onderbouwde juridisch hoe ze wel zeker kon zijn dat de staat erachter zat, maar niet de bewijzen had dat Bin Salman zelf het bevel had gegeven. ‘Hij is echter hoe dan ook verantwoordelijk.’
Dit soort artikelen direct in je inbox? Meld je aan voor de Wordt Vervolgd Nieuwsbrief
Hoeveel zin had dit onderzoek nou, vroeg de journalist later, als de internationale gemeenschap haar conclusies negeerde en gewoon zaken bleef doen met Saudi-Arabië. Trump, toen nog president, noemde Bin Salman nog altijd ‘een goede bondgenoot’. Callamard liet zich niet uit de tent lokken. Ze was het er niet mee eens dat de internationale gemeenschap haar negeerde. ‘Er zijn actoren’, antwoordde ze een beetje cryptisch, ‘die mijn conclusies wel serieus nemen en zich tegen Saudi-Arabië verzetten. Dat moeten we waarderen.’
Schandpaal
Ook in de videoconferentie zegt ze nu dat het nog altijd zin heeft om mensenrechtenschenders figuurlijk aan de schandpaal te nagelen. ‘Reken maar dat Bin Salman ermee in zijn maag zit. Vóór de dood van Khashoggi had hij in het Westen nog een redelijk progressief imago. Inmiddels wordt hij gezien als een brute moordenaar. Daar is hij niet blij mee.’
Callamards grootvader zat in het Franse verzet. ‘Daar ligt de basis van mijn mensenrechtenwerk’
Callamard groeit op in de Franse Provence. Vader is fabrieksarbeider, moeder lerares. Haar grootvader zat tijdens de oorlog in het Franse verzet en werd in 1944 geëxecuteerd. ‘Elk jaar stonden we daarbij stil. Daar ligt de basis van mijn mensenrechtenwerk.’
Callamard is de eerste in de familie die naar een universiteit gaat. In Grenoble studeert ze internationale betrekkingen en op haar 21e verlaat ze Frankrijk, om niet meer terug te keren. Ze gaat naar de Howard University in Washington waar ze een van de weinige witte studenten is. ‘Daar ontdekte ik mijn bevoorrechte positie.’ Later promoveert ze in New York in vluchtelingenstudies. Voor haar veldonderzoek bezoekt ze vluchtelingenkampen in Malawi.
Het leed van anderen
Het echte mensenrechtenwerk begint in 1995 als ze als onderzoeker aan de slag gaat bij Amnesty in Londen. De Britse Patti Whaley, destijds plaatsvervangend secretaris-generaal, herinnert zich Callamard als een onverschrokken collega die zich tegelijkertijd ‘het leed van anderen heel erg kan aantrekken’.
Whaley vertelt desgevraagd hoe ‘diep geraakt’ Callamard was na een onderzoeksmissie in Uganda, waar ze ontsnapte kindsoldaten had gesproken die vertelden hoe ze gemarteld waren maar zelf ook hadden gemarteld en gemoord.
Voortdurend vroeg Callamard zich in Uganda af of wat ze deed goed was, vertelt Whaley. Hoeveel gevaar liepen die kinderen door met haar te praten?
‘Agnès is een heldere denker die hard strijdt voor waar ze in gelooft’
Na drie jaar wordt Callamard chef-staf bij Amnesty en komt ze direct te werken onder secretaris-generaal Pierre Sané, die ze ziet als haar mentor. Volgens Whaley vreest Callamard niet om tegen hem in te gaan en hebben ze soms felle discussies. ‘Agnès is een heldere denker die hard strijdt voor waar ze in gelooft.’
Min of meer tegelijkertijd met het vertrek van Sané verlaat ook Callamard Amnesty in 2001. Ze wordt directeur van een hulporganisatie en later van Article 19, een beweging die opkomt voor vrije meningsuiting. In 2013 verhuist ze terug naar de VS en wordt ze leidinggevende bij de prestigieuze Columbia University.
Sushi eten met Navalny
In 2016 volgt, ruim zeventig jaar na de dood van haar verzets-opa, haar benoeming tot VN-rapporteur buitengerechtelijke executies. ‘Een droom die uitkwam’, zegt ze tijdens de videoconferentie. Ze stort zich volledig op het onderzoeken van politieke moorden. Veel aandacht krijgt de zaak-Khashoggi. Haar conclusies leiden er zelfs toe dat Saudi’s haar met de dood bedreigen. Pas ruim een jaar later, rondom haar afscheid bij de VN, vertelt ze erover in de Britse krant The Guardian. ‘Ik wachtte ermee omdat zo’n bedreiging niet in je hoofd moet gaan zitten’, zegt ze daar nu over. ‘Bewust koos ik ervoor om me te concentreren op mijn werk.’ Relativerend: ‘Ik heb veel mensen gesproken die terecht bang zijn voor serieuze doodsbedreigingen. Zulke vrees heb ik nooit hoeven ervaren.’
Lees ook
UitklappenHatice Cengiz rust niet voordat duidelijk is welke rol de Saudische kroonprins speelde bij de moord op haar verloofde, journalist Jamal Khashoggi. ‘Ik kan niet anders dan zijn stem vertolken.’
Na Khashoggi volgde een andere geruchtmakende politieke moordpoging waar Callamard in duikt. In de zomer van 2020 raakte Aleksej Navalny aan boord van een vliegtuig onwel. Uiteindelijk werd de Russische dissident naar Duitsland gebracht, waar bleek dat hij was vergiftigd met het zenuwgif novitsjok.
Scherpe geest
Callamard onderzoekt de zaak samen met Irene Khan, de VN-rapporteur vrije meningsuiting die van 2001 tot 2009 secretaris-generaal was van Amnesty. Khan omschrijft Callamard, met wie ze een jaar of tien goed bevriend is, als ‘een kleine vuurbal – fel, moedig en uitgesproken’. Ze kan soms wat verstrooid overkomen, zegt Khan desgevraagd. ‘Maar vergis je niet, ze weet precies wat ze doet en is een van de scherpste en meest analytische geesten die ik ken.’
Zes uur lang interviewen Khan en Callamard Navalny in Duitsland als hij nog maar net hersteld is van de vergiftiging. ‘Hij was onvermoeibaar’, aldus Khan. ’s Avonds laten ze sushi bezorgen in de hotelsuite. ‘De avond voor de vergiftiging had Navalny ook sushi gegeten’, zegt Khan. Lachend: ‘Zo zaten we daar het lot te tarten.’
In de zaak-Navalny was Callamard ‘op haar best’, vindt Khan. ‘Ze maakte lange dagen en doorzocht nauwkeurig alles wat we boven tafel kregen.’ Khan stelt dat Callamard je inmiddels ‘evenveel kan vertellen over het middel waarmee Navalny vergiftigd is als de meeste chemische-wapenspecialisten’.
‘We moeten erkennen dat er een wit privilege bestaat en empathie tonen naar slachtoffers ervan’
Op 1 maart 2021 maken Khan en Callamard hun conclusies bekend en geven ze een persconferentie. Khan zit in een VN-zaal, Callamard thuis achter een webcam. Ze sommen hun bewijzen op die onderbouwen dat het Kremlin achter de vergiftiging zat. Ze zijn bezorgd over Navalny, die inmiddels terug is in Rusland en in een strafkamp zit, en roepen de autoriteiten op hem onmiddellijk vrij te laten. ‘Als Navalny in het kamp iets overkomt, dan zijn zij verantwoordelijk.’
Russische propagandamachine
Een week eerder werd bekend dat Amnesty Navalny niet langer zag als een gewetensgevangene, omdat hij zich in 2007 onder meer discriminerend zou hebben uitgelaten over Aziaten. Het door de Russische staat gecontroleerde Russia Today stelt er in de persconferentie vragen over. Callamard gaat er niet op in. En ook Khan houdt zich enigszins op de vlakte. ‘Amnesty moet zelf beslissen wat ze wil doen. Daar praat ik niet over.’
Een maand later is Khan per e-mail een stuk uitgesprokener. ‘Met dat besluit liep Amnesty regelrecht in de armen van de Russische propagandamachine’, zegt ze. ‘Dat was onzorgvuldig en arrogant van de organisatie. Heeft Amnesty die zaak onderzocht? Heeft de organisatie Navalny geïnterviewd zoals Agnès en ik deden? Neen. Later hoorden we dat Amnesty zelfs niet met het team van Navalny had gesproken.’
Brief aan Poetin
Een van de eerste dingen die Callamard doet als ze begin april secretaris-generaal is van Amnesty, is een brief schrijven aan de Russische president Poetin. Opnieuw vraagt ze om Navalny’s vrijlating en met klem zegt ze dat het Kremlin hem na de mislukte vergiftiging nu niet een langzame dood moet laten sterven.
Wat wil ze met Amnesty bereiken, is een van de voor de hand liggende vragen tijdens de videoconferentie eind april. Callamard wil er nog niet heel diep op ingaan. ‘Ik ben hier pas net. Het zou arrogant zijn als ik dat nu al zou zeggen.’ Sinds haar vertrek bij Amnesty in 2001 is er een hoop veranderd. Wat haar als eerste opvalt zijn de dertien regiokantoren die Amnesty nu heeft in onder andere Nairobi, Lima en Colombo. ‘Destijds opereerde het hoofdkantoor volledig vanuit Londen. Nu zijn we op meer plekken aanwezig. Fantastisch.’
Grondig aanpakken
Een doelstelling waar Callamard wel alvast over wil vertellen is die om van Amnesty ‘een discriminatievrije organisatie’ te maken. ‘En dat zal niet meevallen.’ In de week van de videoconferentie publiceerde The Guardian over de racistische werkomgeving in de Britse Amnesty-afdeling. Eerder kwamen ook al zulke verhalen aan het licht over Amnesty Canada. ‘We moeten verantwoordelijkheid nemen en het probleem grondig aanpakken’, zegt ze. ‘Dat zal een lange weg zijn. But we got to be bold. Amnesty bestaat zestig jaar en kent een Europees en wit verhaal. Er zijn veel mooie kanten aan dat verhaal. Dat moeten we niet verloochenen, maar we moeten ons wel bewust zijn dat delen van onze historie racistisch over kunnen komen. We moeten erkennen dat er een wit privilege bestaat en empathie tonen naar slachtoffers ervan.’
En zal Callamard iets recht willen zetten in de zaak-Navalny? In het videogesprek met de redacteuren komt het niet ter sprake. In een mailwisseling daarna zegt ze er niet op in te willen gaan. Ze zal nog met een statement komen. Dat volgt op 7 mei als Amnesty verklaart Navalny toch als gewetensgevangene te erkennen. Op Twitter plaatst Callamard een foto van Navalny met in hoofdletters: ‘prisoner of conscience’.