Absolute vrijheid
De Syrische schrijver, dichter en voormalig gevangene Mufid Najm zegt aan het einde van zijn gedicht ‘Spiegels van het droevige gezicht’, geschreven in 1994 in de militaire gevangenis van Sednaya:
‘Wat je morgen ook doet, mijn vriend…
Ik zal doen wat ik kan om
Een nieuwe dag…
Een gloednieuwe dag.’
Dit gedicht schreef hij op sigarettenvloeitjes, met een blauwe pen die in het geheim was binnengesmokkeld. Vandaag de dag is het een belangrijk object in het Museum van Betekenis. Dit museum, een ontluikend en hoopvol project, heeft als doel om het culturele erfgoed van Syrische gevangenissen te verzamelen.
In de Syrische gevangeniswereld vind je geen pennen, papieren of boeken
De voorwerpen worden tentoongesteld in verschillende steden over de hele wereld, terwijl ze eigendom blijven van hun makers. Ze staan voor de zoektocht naar betekenis die de gevangenen doormaken die jarenlang in Assad-gevangenissen hebben vastgezeten. Het museum, waar mijn man, zelf een oud-gevangene, en ik aan meewerken, beschermt deze voorwerpen. En verweeft ze met de verhalen van de Syriërs wier levens onlosmakelijk verbonden waren geraakt met de gevangenis. Hopelijk legt dit de impact bloot van onderdrukking, generaties lang.
Het idee van dit project is gebaseerd op het principe ‘wanhoop is lijden zonder betekenis’ van de Oostenrijkse psycholoog en holocaustoverlevende Viktor Frankl, dat hij besprak in zijn boek De zoektocht van de mens naar betekenis (1946). Gevangenen uit verschillende delen van de wereld, waaronder Syrië, deconstrueren met dit project de realiteit van hun gevangenschap en bouwen een gevoel van absolute vrijheid op.
Vloeitjes en sigarettenpakjes
In de Syrische gevangeniswereld vind je geen pennen, papieren of boeken. Dus hoe creëer je cultuur, kunst of literatuur? Het komt allemaal voort uit de geprikkelde geest van de gedetineerden, die hun kennis hervinden en deze met gesmokkelde pennen herschrijven op vloeitjes en sigarettenpakjes.
De uitdaging van het zoeken naar betekenis verscherpte het culturele en literaire geheugen, met in de gevangenis gemaakte theaterdecors van lege yoghurtpakjes of broodzakken, en gedetineerden die denkbeeldige rollen speelden met grote deskundigheid en professionaliteit. De grootste uitdaging was altijd om een manier te vinden om muziek te maken. Dit overwonnen ze door een oed te maken van kapotte houten kratten die het weinige voedsel hadden gedragen dat ze moesten delen.
De zoektocht naar zingeving was het wapen van de gedetineerden om de cyclus te doorbreken van honger, pijn, marteling, het gebrek aan familiebezoek en de angst voor het onbekende. Ze deden dit door de eenvoudige, maar diepgaande vraag ‘wat heb ik deze wereld te bieden?’ te stellen, in plaats van: ‘wat zal de wereld mij geven?’